Bedrijf Nood Organisatie BNO

Bouw, Installatie en Organisatie (BIO)

De juiste samenhang van BIO-maatregelen en het gelijkwaardigheidsbeginsel uit het Bouwbesluit maken een verantwoorde bedrijfseconomische keuze mogelijk voor een goede Bedrijfshulpverlening- en/of Noodorganisatie.

Tot 2007 gold in de Arbowet de rekenregel dat het aantal BHV’ers ten minste 1:50 van het aantal werknemers en andere aanwezigen moest zijn. Sinds 2007 geeft de Memorie van Toelichting van de Arbowet uitdrukkelijk aan dat de 1:50-regel definitief is geschrapt.

Zwaartepunt verschuiven binnen componenten (RI&E)

De Risico-Inventarisatie & Evaluatie dient dus nu als basis voor het vaststellen van het aantal en de deskundigheid van BHV’ers. Er zijn zo veel bedrijfshulpverleners nodig dat, rekening houdend met ziekte, vakanties of ploegendiensten, er op elk moment voldoende in het bedrijf aanwezig zijn. Met het Bouwbesluit 2012 kwam de mogelijkheid in beeld het zwaartepunt te verschuiven binnen de drie componenten van de BIO (Bouwkundige, Installatietechnische en Organisatorische maatregelen) door gelijkwaardige oplossingen. De NEN 8112: 2017 ‘Bedrijfsnoodorganisatie en bedrijfshulpverlening’ noemt deze mogelijkheid ook uitdrukkelijk.

Drie oplossingsrichtingen in de BIO

Artikel 1.3 van het Bouwbesluit geeft aan dat gelijkwaardige oplossingen mogelijk zijn. Beheersmaatregelen die volgen uit de risicoanalyse en het vaststellen van de maatgevende scenario’s kunnen we onderverdelen in drie oplossingsrichtingen in de BIO samenhang. Bouwkundige maatregelen zijn hier bijvoorbeeld brandcompartimentering en brandvertragende constructies. Installatietechnische maatregelen zijn hier brandmeldinstallaties, automatische blusinstallaties en sprinklersystemen. Ze vormen een uitwisselbaar geheel met de te nemen Organisatorische maatregelen waarin de BHV moet functioneren.

Gelijk veiligheidsniveau met minder mankracht

Door bijvoorbeeld te verschuiven naar preventieve maatregelen (B en I) ligt het organisatorisch zwaartepunt niet meer alleen op repressie. De grootte en deskundigheid van de BHV-organisatie kunnen daarop worden aangepast. Slaagt de preventiemedewerker of het Hoofd BHV erin aantoonbaar te maken dat hetzelfde veiligheidsniveau te behalen is als voorheen met een omvangrijke BHV-organisatie. Hetzelfde veiligheidsniveau met een kleinere BHV-organisatie is voor het bedrijf beslist kostenbesparend. Tenslotte staan bij veel bedrijven de frequentie en impact van BHV oefeningen in toenemende mate onder druk.

BIO met vierde component: de veiligheidsladder (VHL)

De VHL is opgebouwd uit vijf ambitieniveaus met bijbehorende kenmerken die iets zeggen over de veiligheidscultuur en -bewustzijn. Het ultieme doel is het verminderen van het aantal incidenten door gedragsbeïnvloeding. Elk niveau geeft een ontwikkelingsplatform aan van de veiligheidscultuur in een bedrijf. De ambitie van een hogere bedrijfscultuur is een continu proces van metingen, onderling vertrouwen en groeiende verantwoordelijkheid. De ultieme uitkomst is een bedrijf waar veiligheid tussen ieders oren zit, zowel op de werkvloer als in het management. Voor meer informatie over De Veiligheidsladder klik hier.

Coaching

JOSsafety kan u hierin begeleiden en ondersteunen.

Wilt u meer informatie?

Neem dan gerust vrijblijvend contact op via 06 12 74 66 26 of vul uw gegevens in op het contactformulier.

Ik wil graag meer informatie