Checklist: Arbozorg voor uitzendkrachten

Het gaat niet goed met de arbeidsomstandigheden van uitzendkrachten in Nederland. Zo zijn ze opvallend vaak betrokken bij een bedrijfsongeval. Bescherming van uitzendkrachten is daarom een belangrijk aandachtspunt voor werkgever en ondernemingsraad.

Door Koen Langenhuysen voor ORnet.nl

Onlangs publiceerde Inspectie SZW een overzicht van bedrijfsongevallen in de periode 2013 – 2017. Een opvallend punt daarin is het hoge aantal ongevallen waarbij uitzendkrachten zijn betrokken. Hoewel uitzendkrachten maar ruim 4% van de beroepsbevolking uitmaken, zijn zij slachtoffer bij 21% van de bedrijfsongevallen. Grofweg hebben zij tijdens het werk dus 5 keer zoveel kans op een ongeval dan vaste medewerkers. Een schokkend gegeven!

In de praktijk gaan uitzendkrachten regelmatig aan het werk zonder voldoende te zijn ingewerkt en voorgelicht. Ook beschikken uitzendkrachten vaak niet over de juiste beschermingsmiddelen. Zo kan het voorkomen dat uitzendkrachten onvoorbereid of onbeschermd aan gevaarlijke machines worden gezet, of op een heftruck. Met alle gevolgen van dien. Het blijkt dat vooral in de eerste werkweken ongevallen gebeuren, als de uitzendkracht nog vrij onbekend is met de risico’s in het werk.

Voor de leeuwen gegooid

Ook de gezondheid van uitzendkrachten wordt regelmatig onvoldoende beschermd. Een uitzendkracht in de thuiszorg vertelt: ‘Toen ik begon ben ik op geen enkele manier op de arborisico’s gewezen. Terwijl in ons werk veel arboproblemen zijn, denk aan huisstof. Persoonlijke beschermingsmiddelen? Ik ben zelf maar handschoenen gaan kopen om mijn handen te beschermen tegen schoonmaakmiddelen. En pas na drie maanden, toen ik rugklachten kreeg, is mij uitgelegd hoe ik mijn rug kan sparen bij het stofzuigen. Ik ben echt voor de leeuwen gegooid.’

Gelukkig zijn er ook talloze organisaties waar de arbeidsomstandigheden voor flexibele krachten goed geregeld zijn. Een ondernemingsraad die zich het lot van uitzendkrachten aantrekt, begint dus niet aan een heilloze missie. Zo’n or kan zich dan het beste richten op drie aspecten: het arbodocument, het inwerken en de persoonlijke beschermingsmiddelen.

Het arbodocument van de inlenende werkgever

De Arbowet schrijft voor dat de inlenende werkgever vóór aanvang van het werk aan het uitzendbureau een document verschaft, waarin de arborisico’s van de te verrichten werkzaamheden zijn beschreven.

Er zijn geen voorschriften over de vorm van dat zogenaamde ‘arbodocument’. Dat kan een deel zijn van de RI&E van het inlenend bedrijf, of een aparte tekst. Het is de taak van het uitzendbureau om deze schriftelijke informatie door te geven aan de uitzendkracht.

In de praktijk ontbreekt het arbodocument in een kwart van de gevallen of laat de kwaliteit ervan sterk te wensen over. Een ondernemingsraad van een inlenend bedrijf kan afspraken maken over de kwaliteit van dat verplichte arbodocument.

Op www.doorzaam.nl zijn invulformulieren te vinden als basis voor zo’n arbodocument. Die heten ‘Arbochecklists’ en zijn in verschillende talen beschikbaar. Naast één algemene checklist staan er drie werkinhoudelijke checklists en zes checklists gericht op sectoren, zoals bouw, horeca, vervoer, land- en tuinbouw en metaal.

Ondernemingsraad kan afspraken maken over het inwerken

Vaste krachten doorlopen dikwijls een uitgebreid inwerktraject, maar uitzendkrachten worden regelmatig zonder veel omhaal aan het werk gezet. Geen wonder dat ze een verhoogde kans op bedrijfsongevallen hebben.

Het is wijs om als ondernemingsraad afspraken te maken over het inwerken en voorlichten van uitzendkrachten. Het inwerken dient te bestaan uit praktisch onderricht over omgaan met de risico’s op de eigen werkplek, maar ook voorlichting over algemene zaken zoals nooduitgangen en bedrijfshulpverlening.

Een combinatie van instructies in woord, beeld en praktijk is sterk aan te bevelen. Bij inschakeling van anderstalige uitzendkrachten zal een taal gebruikt moeten worden die door hen begrepen wordt, of er wordt een tolk ingeschakeld. Stok achter de deur: na een ongeval waarbij een uitzendkracht is betrokken moet het bedrijf aan Inspectie SZW kunnen aantonen dat voorlichting en/of instructie op de werkplek heeft plaatsgevonden

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s)

Probeer als ondernemingsraad af te spreken dat de werkgever aan uitzendkrachten dezelfde PBM’s verstrekt als werknemers in vaste dienst. Als dat niet mogelijk blijkt zal de uitzendkracht een gelijkwaardig alternatief aangeboden moeten worden. Als bijvoorbeeld voor vaste werknemers zogenaamde ‘otoplastieken’ als gehoorbescherming worden aangemeten, kunnen herbruikbare oorpluggen of oorkappen voor tijdelijke krachten een goed alternatief zijn.

Handreiking Uitzendwerk

Een handig hulpmiddel voor een or kan zijn de ‘Handreiking Uitzendwerk’, die door de Stichting van de Arbeid is uitgegeven (zie www.stvda.nl). De handreiking geeft praktische informatie en biedt voorbeeldformuleringen en -documenten die ook door een ondernemingsraad kunnen worden gebruikt. Bijvoorbeeld in een or-voorstel aan de werkgever om tot een betere arbozorg voor uitzendkrachten te komen.
Gezien de kwetsbare positie van uitzendkrachten is zo’n or-initiatief geen overbodige luxe.

Wat zegt de wet over arbo bij uitzendkrachten?

Een inlenende werkgever dient voor aanvang van het werk een document te verstrekken aan het uitzendbureau, waarin de arborisico’s en beschermende maatregelen op de werkplek van de uitzendkracht zijn beschreven (artikel 5.5 Arbowet). Het uitzendbureau zorgt dat de uitzendkracht dit arbodocument vóór de eerste werkdag ontvangt.

Een uitzendkracht werkt onder leiding en toezicht van het inlenende bedrijf. Daarom is de inlenende werkgever verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden van de uitzendkracht en zorgt voor de juiste arbovoorzieningen op de werkplek. En ook voor arbovoorlichting en -onderricht, persoonlijke beschermingsmiddelen en toezicht.

Na een ernstig bedrijfsongeval waarbij een uitzendkracht is betrokken, zal de inlener daarvan melding moeten maken bij Inspectie SZW. Bij geleden schade na een ongeval kan de uitzendkracht kiezen of het uitzendbureau dan wel de inlenende werkgever bij de rechter aansprakelijk wordt gesteld.

De ondernemingsraad heeft jaarlijks recht op schriftelijke informatie over het aantal uitzendkrachten in het bedrijf. Tenslotte zijn in enkele arbocatalogi voorschriften opgenomen over de inschakeling van uitzendkrachten. Bijvoorbeeld dat een anderstalige uitzendkracht pas aan het werk mag als gaan als het inlenend bedrijf voorlichting heeft gegeven in een voor de uitzendkracht begrijpelijke taal, én als uit een toets is gebleken dat deze uitzendkracht de instructie heeft begrepen.

Bron: OR net / www.lezenenschrijven.nl